Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwan·tum·schuim
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kwantumschuim -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het kwantumschuimo

  1. (natuurkunde) 'schuim' bestaande uit Planckdeeltjes en mini zwarte gaten verlucht met wat wormgaten
    • vooralsnog kunnen wij kwantumschuim niet in spuitbussen leveren 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie