Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kwam te·gen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
tegenkomen

kwam tegen

  1. enkelvoud verleden tijd van tegenkomen
    • Ik kwam tegen. 
    • Jij kwam tegen. 
    • Hij, zij, het kwam tegen. 


Gangbaarheid