kwalificeert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kwa·li·fi·ceert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kwalificeren |
kwalificeert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwalificeren
- Jij kwalificeert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwalificeren
- Hij kwalificeert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kwalificeren
- Kwalificeert!