Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kut·ten·kop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kuttenkop kuttenkoppen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kuttenkopm

  1. (scheldwoord) irritante vrouw
    • Ik hoop dat die kuttenkop stikt in haar lipstick! 

Gangbaarheid