kunnskap
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- kunn·skap
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Nederduitse woorden kunschap / kuntschap
- Noors zelftandig naamwoord met het achtervoegsel -skap
Naar frequentie | 5791 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kunnskap | kunnskapen | kunnskaper | kunnskapene |
genitief | kunnskaps | kunnskapens | kunnskapers | kunnskapenes |
Zelfstandig naamwoord
kunnskap, m
- bekendheid
- kennis, medeweten, weten
- «Hun har gode kunnskaper i språk.»
- Ze heeft een goede kennis van talen.
- «Hun har gode kunnskaper i språk.»
- kunde, wetenschap
Synoniemen
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
- [1]: opplysning
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- kunn·skap
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van de Nederduitse woorden kunschap / kuntschap
- Nynorsk zelftandig naamwoord met het achtervoegsel -skap
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kunnskap | kunnskapen | kunnskapar | kunnskapane |
Zelfstandig naamwoord
kunnskap, m
- bekendheid
- kennis, medeweten, weten
- «Ho har gode kunnskapar i språk.»
- Ze heeft een goede kennis van talen.
- «Ho har gode kunnskapar i språk.»
- kunde, wetenschap
Synoniemen
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
Verwante begrippen
- [1]: opplysning