Nederlands

 
zeekrokodil (Crocodylus porosus)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • kro·ko·dil·len
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord krokodillen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de krokodillenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord krokodil
     Dus nu zou het zwemmen worden, daar liep het altijd op uit. Eerst zou Tarzan een beetje aan lianen slingeren tot hij bij een rivier of meer kwam, waar hij in dook en wegzwom van de krokodillen alsof het een makkie was.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Crocodylus   van krokodilachtigen (Crocodilia  ) uit de familie echte krokodillen (Crocodylidae  )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767


Deens

Woordafbreking
  • kro·ko·dil·len

Zelfstandig naamwoord

krokodillen, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van krokodille


Noors

Woordafbreking
  • kro·ko·dil·len
Naar frequentie 11763

Zelfstandig naamwoord

krokodillen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van krokodille
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • kro·ko·dil·len

Zelfstandig naamwoord

krokodillen, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van krokodille
Schrijfwijzen