Nederlands

 
krijgertje
Uitspraak
Woordafbreking
  • krij·ger·tje
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘tikkertje’ aangetroffen vanaf 1860 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord krijgertje
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het krijgertjeo

  1. (spel) een kinderspel waarin een van de spelers de tikker is (in het jargon van het spel hem is) en alle andere spelers proberen bij hem uit de buurt te blijven
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

het krijgertjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord krijger

Verwijzingen