Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·ren·wan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord korenwan korenwannen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de korenwanv / m

  1. (landbouw) (gereedschap) apparaat waarmee men het koren van het kaf kan scheiden

Gangbaarheid

26 % van de Nederlanders;
28 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be