Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kor·deel
enkelvoud meervoud
naamwoord kordeel kordelen
verkleinwoord kordeeltje kordeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het kordeelo

  1. zware takel
  2. (scheepvaart) een touw dat gebruikt wordt om een vlag of wimpel op de gewenste hoogte te houden
  3. (scheepvaart) één van de strengen waaruit een kabel samen gedraaid is
Synoniemen

Gangbaarheid

32 % van de Nederlanders;
40 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be