Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kop·pel·den te·rug
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
terugkoppelen

koppelden (…) terug

  1. meervoud verleden tijd van terugkoppelen
    • Wij koppelden terug. 
    • Jullie koppelden terug. 
    • Zij koppelden terug. 

Gangbaarheid