Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koof
enkelvoud meervoud
naamwoord koof koven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de koofv / m

  1. hoofddeksel of hoofdtooi
  2. Schuin vlak tussen wand en zoldering

Gangbaarheid

66 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be