Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kont·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kontgat kontgaten
verkleinwoord kontgaatje kontgaatjes

Zelfstandig naamwoord

het kontgato

  1. (informeel) anus
    • Ze bestaan uit simpele silhouetjes van mensfiguren tegen een witte achtergrond, met daaronder een verklarende tekst: ‘Emancipatie’ bij een orgiescène bijvoorbeeld, of ‘Spaar ze allemaal’ bij een kruipende man met Hollandse vlaggetjes uit zijn kontgat. De maatschappijkritiek is goedbedoeld, maar leidt hier tot smakeloze kunstwerken. [1] 
    • Likt de jongen de ongewassen anus van zijn vriend om andere activiteiten te vermijden en voorkomen? Laat hij zich onder dwang een aantal voorwerpen in zijn kontgat duwen, of voeren ze louter rollenspelletjes uit waarbij de één net doet alsof hij de vermoorde onschuld is en de ander een doorgewinterde pseudo-aanrander? [2] 
    • `Nederlanders durven alles. Alles wat de Profeet verboden heeft is hier verkrijgbaar. De melkboer blowt. Hollanders zitten `s zomers met blote borsten in het park en niemand kijkt ervan op. Hollanders betalen een geeltje om haar kontgat te zien. Vooruit, ze mogen tussen schotten wonen, maar iedereen heeft lol.' [3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. NRC Sandra Smallenburg 24 september 2010 Een en al zwartgalligheid in de Nederlandse galeries
  2. NRC Joost Zwagerman Gluren in de diepste spelonken (Gerectificeerd)
  3. NRC Elsbeth Etty 11 november 2005 De vergeefse loyaliteit van landverhuizers
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be