Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ko·nings·man·tel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koningsmantel koningsmantels
verkleinwoord koningsmanteltje koningsmanteltjes

Zelfstandig naamwoord

de koningsmantelm

  1. (kleding) een mantel gedragen door een koning of koningin ten tijde van zijn of haar huldiging
  2. (schimmels) Tricholomopsis rutilans   een zwam met roodachtige hoed die voornamelijk in naaldbossen voorkomt
  3. (vlinders) Nymphalis antiopa   een dagvlinder uit de Nymphalidae-familie
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid