koningskrabben
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: koningskrabben (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkonɪŋsˌkrɑbə(n) / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- ko·nings·krab·ben
Woordherkomst en -opbouw
- koningskrab met uitgang -en, waarbij de labiaal weer stemhebbend wordt
Zelfstandig naamwoord
de koningskrabben mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord koningskrab
- ▸ Weekdieren, wormen en zeesterren rond de Zuidpool opgepast: de vleesetende koningskrabben rukken op.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'koningskrabben' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Krabben bedreigen zeesterren rond Zuidpool” (2 oktober 2015) op nrc.nl