knobbelziekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knob·bel·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van knobbel en ziekte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knobbelziekte | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de knobbelziekte v
- (medisch) (diergeneeskunde) (plantkunde) ziekte waarbij knobbels aan het subject ontstaan
Gangbaarheid
- Het woord 'knobbelziekte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.