kniptor
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- knip·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kniptor | kniptorren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (kevers) Elateridae kever uit een familie van kevers
Hyperoniemen
- kniptorren, kevers
- bloedrode kniptor, Deense kniptor, dennenkniptor, donkere akkerkniptor, gekamde kniptor, gerande kniptor, gestreepte kniptor, glanzende kniptor, heidekniptor, koperkleurige kniptor, muisgrijze kniptor, purperen kniptor, ritnaald, roestkniptor, roodaarskniptor, roodhalskniptor, slakkenvreter, slanke kniptor, vermiljoenrode kniptor, zwartpuntkniptor
- dwergkniptorren, schijnkniptorren
Gangbaarheid
- Het woord kniptor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "kniptor" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
35 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be