Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knipt aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanknippen

knipt (…) aan

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanknippen
    • Jij knipt aan. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanknippen
    • Hij knipt aan. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanknippen
    • Knipt aan! 

Gangbaarheid