Nederlands

 
Knikkersterretje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • knik·ker·ster·re·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knikkersterretje knikkersterretjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het knikkersterretjeo dim. tant.

  1. (mossen) Syntrichia papillosa   een mos in de familie Pottiaceae  . Het groeit vooral op vrijstaande bomen met een ruwe schors, en soms op oud beton. Knikkersterretje is met een loep te herkennen aan broedkorrels langs de bladnerf, die uittreedt als een klein stekelpuntje. Verder heeft het ingebogen bladranden en droog meestal wit-papilleuze nerfrug
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie