knielden

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  knielden    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kniel·den

Werkwoord

vervoeging van
knielen

knielden

1. meervoud verleden tijd van knielen
   

   • Wij knielden. 
     
   • Jullie knielden. 
     
   • Zij knielden.