Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knie·bandt

Werkwoord

vervoeging van
kniebanden

kniebandt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kniebanden
    • Jij kniebandt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kniebanden
    • Hij kniebandt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kniebanden
    • Kniebandt!