Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knap·pe·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

knapperen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
knapperen
knapperde
geknapperd
zwak -d volledig
  1. knetteren, knisperen, een knetterend geluid maken
    • Het traditionele paaslam – een joodse traditie van vóór het christendom – is in de loop der tijd tevens het lam Gods geworden, de geofferde God, en wordt dan weer feestelijk op paaszondag, na zijn verrijzenis, geroosterd en gegeten. Vooral in Griekenland zie je dat – de dagen voor Pasen is het één grote slachtpartij en op zondag knapperen en gloeien overal de vuurtjes en worden al die gevilde lammeren feestelijk rondgedraaid en daarna met smaak gegeten. Marjoleine de Vos NRC 26 april 2003 

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be