Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knap·perd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord knapperd knapperds
verkleinwoord knapperdje knapperdjes

Zelfstandig naamwoord

de knapperdm

  1. knap, intelligent mens
  2. iemand met een mooi uiterlijk, vooral gezegd van mannen
  3. (drinken) borrel

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen