Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klus·ge·luid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klusgeluid klusgeluiden
verkleinwoord klusgeluidje klusgeluidjes

Zelfstandig naamwoord

het klusgeluido

  1. lawaai dat ontstaat hij het klussen

Gangbaarheid