Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleu·ren·zien
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleurenzien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kleurenzieno

  1. het vermogen om kleuren te kunnen onderscheiden
    • Iemand die kleurenblindheid heeft heeft een beperking in het kleurenzien 

Gangbaarheid

Meer informatie