• klet·te·rend
vervoeging van: kletteren
verbogen vorm: kletterende

kletterend

  1. onvoltooid deelwoord van kletteren
stellend
onverbogen kletterend
verbogen kletterende
partitief kletterends

kletterend

  1. veel scherp geluid makend
    • De meest getrainde atleten van Europa strijden dit weekend in Omnisport Apeldoorn voor de titel 'Fitste man (of vrouw) van de Benelux'. De zogenoemde Lowlands Throwdown is een kampioenschap met kletterende barbells, zwiepende springtouwen en allerlei oefeningen die je van te voren niet had verwacht. [1] 
  2. met veel lawaai vallend
    • Het was een weerzien van vrienden en familieleden voor Isa Hoes vandaag in 't Blauwe Theehuis in het Amsterdamse Vondelpark. Onder meer Patty Zomer, Manuëla Kemp, Nada van Nie, Onno Hoes en Liesbeth Kamerling hadden zich door de kletterende regen en over de overstroomde paden in het park geworsteld voor de presentatie van het kinderboek Engel. [2] 



  1. Tubantia Ismay Gossen 10-01-17 Zoektocht naar 'fitste atleet van de Benelux'
  2. Tubantia Chantal Blommers 10-01-17 Isa Hoes' dochter hoopt dat haar moeder een man vindt