Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klem·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klemrijden
reed klem
klemgereden
klasse 1 volledig

Werkwoord

klemrijden

  1. overgankelijk (verkeer) een voertuig voor dat van en ander plaatsen zó dat die niet meer zijn weg kan vervolgen

Gangbaarheid