kleine langoorbuideldas

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klei·ne lang·oor·bui·del·das
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleine langoorbuideldas kleine langoorbuideldassen
verkleinwoord klein langoorbuideldasje kleine langoorbuideldasjes

Zelfstandig naamwoord

kleine langoorbuideldas

  1. (buideldieren) Macrotis leucura   een uitgestorven buideldas uit de familie der langoorbuideldassen. Deze soort is alleen maar bekend van de zandwoestijnen van Centraal-Australië, waar hij sinds de jaren 50 van de 20e eeuw niet meer gezien is
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie