kleinbloemige roos


Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klein·bloe·mi·ge roos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleinbloemige roos kleinbloemige rozen
verkleinwoord kleinbloemig roosje kleinbloemige roosjes

Zelfstandig naamwoord

de kleinbloemige roosv / m

  1. (bloemplanten) Rosa micrantha   een struik uit de rozenfamilie (Rosaceae  ) die vooral voorkomt op kalkhoudende bodem in gematigde streken van Europa en Noord-Afrika
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie