klein wintergroen


Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • klein win·ter·groen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord klein wintergroen kleine wintergroenen
verkleinwoord klein wintergroentje kleine wintergroentjes

Zelfstandig naamwoord

het klein wintergroeno

  1. (bloemplanten) Pyrola minor   een vaste plant, die behoort tot de heidefamilie (Ericaceae  ). De plant staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten   als zeldzaam en sterk in aantal afgenomen. De plant groeit in Nederland op de waddeneilanden en in de Kop van Noord-Holland  . De plant komt voor in Eurazië en Noord-Amerika
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie