Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kleer·ma·ke·rij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kleermakerij kleermakerijen
verkleinwoord kleermakerijtje kleermakerijtjes

Zelfstandig naamwoord

de kleermakerijv

  1. (bedrijf) atelier waar kleding wordt gemaakt; werkplaats van een kleermaker
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid