klatsjen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- klat·sjen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
klatsjen |
klatsjte |
geklatsjt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
klatsjen
- (Jiddisch-Hebreeuws) vals spelen
- (Jiddisch-Hebreeuws) beneden de prijs verkopen
- (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) improviseren bij het koken
Gangbaarheid
- Het woord 'klatsjen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.