Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kit
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘lijm’ voor het eerst aangetroffen in 1860 [1]
  • [2] [3] [4] [5] [6]
1 enkelvoud meervoud
naamwoord kit -
verkleinwoord - -
2 enkelvoud meervoud
naamwoord kit kitten
verkleinwoord kitje kitjes
3 enkelvoud meervoud
naamwoord kit kits
verkleinwoord kitje kitjes

Zelfstandig naamwoord

kit [7] [8] [9]

  1. v/m en o verzamelnaam voor dikvloeibare materialen, gebruikt voor verlijming of afdichting
    • Je kunt daar wat kit voor gebruiken. 
  2. v/m metalen kan, met name gebruikt voor kolen
    • Gooi even een kit kolen in de kachel. 
  3. m een kistje of etui met gereedschap of toebehoor
    • Dat heb ik niet in m'n kit zitten. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
kitten

kit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van kitten
  2. gebiedende wijs van kitten

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[10]

Meer informatie

Verwijzingen


Hongaars

Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van ki en -t (accusatief van ki).

Vragend voornaamwoord

kit

  1. wie


West-Dani

persoon enkelvoud meervoud
eerste an nit
tweede kat kit
derde at it

Persoonlijk voornaamwoord

kit

  1. jullie