kippenlever
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kippenlever (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɪpə(n)ˌlevər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- kip·pen·le·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kippenlever | kippenlevers |
verkleinwoord | kippenlevertje | kippenlevertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (zoötomie) orgaan dat een grote rol speelt in de stofwisseling van een hoen, Gallus gallus
- (voeding) orgaan van een hoen, na het slachten gegeten als delicatesse
- ▸ 100 g kippenlever bevat de dagelijkse hoeveelheid ijzer en een grote hoeveelheid foliumzuur, die verantwoordelijk is voor de bloedvorming.[1]
- ▸ Maar kippenhartjes zijn in Nederland voor de poes, en kippenlever – ook een soort slachtafval – wordt vooral door oude mensen gegeten. Een vergissing, want er is maar weinig dat zo mals en zo zacht is als gebakken kippenlevertjes met ui, afgeblust met een scheutje cognac of marsala, op een geroosterd broodje.[2]
Hyperoniemen
Vertalingen
1. orgaan dat een grote rol speelt in de stofwisseling van een hoen, na het slachten vaak gegeten als delicatesse
Gangbaarheid
- Het woord kippenlever staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kiplever”, foodofdream.com
- ↑ Weblink bron Martine Kamsma“Het wildseizoen is tegenwoordig never ending” (26 november 2018) op nrc.nl