Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·speel·goed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderspeelgoed -
verkleinwoord kinderspeelgoedje kinderspeelgoedjes

Zelfstandig naamwoord

het kinderspeelgoedo

  1. (speelgoed) speelgoed bestemd en geschikt voor kinderen
    • De Amerikaanse federale politiedienst FBI waarschuwt ouders over de privacy- en veiligheidsrisico's bij kinderspeelgoed dat in verbinding staat met het internet. [2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen