Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kin·der·kle·dij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kinderkledij -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de kinderkledijv

  1. (kleding) verzamelterm voor lichaamsbedekking die door mensen in de leeftijd tussen ongeveer 2 en 12 jaar wordt gedragen
     De beschrijving van de uitzet van dit wicht is zo uitvoerig dat hij verhelderend kan zijn voor de historiek van de kinderkledij in vroegere dagen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Jozef Geldhof
    ‘Doet my wel, Godt salt u loonen’ : Vondeling uit IJzendijke aan de kerkdeur van St. Donaas : Brugge 1727 in: Biekorf., jrg. 75 nr. 3/4 (maart/april 1974), p. 107