kijkt af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kijkt af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afkijken |
kijkt (…) af
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkijken
- Jij kijkt af.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkijken
- Hij kijkt af.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkijken
- Kijkt af!
Gangbaarheid
- Het woord kijkt af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.