Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·no·veen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstnoveen kerstnovenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de kerstnoveenv / m

  1. (kerst) (religie) in de christelijke liturgie de periode tussen 17 en 24 december

Meer informatie