Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Instellingen
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
kerstklok
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Woordherkomst en -opbouw
1.4
Zelfstandig naamwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
kerstklok
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
kerst·klok
Woordherkomst en -opbouw
Samenstelling van
kerst
en
klok
enkelvoud
meervoud
naamwoord
kerstklok
kerstklokken
verkleinwoord
kerstklokje
kerstklokjes
Zelfstandig naamwoord
de
kerstklok
v
/
m
(
kerst
)
kerstversiering in de vorm van een klokje
In de kerstboom werd een
kerstklok
opgehangen.
(
kerst
)
een kerkklok die met kerst wordt geluid
De
kerstklokken
werden op kerstavond geluid.