kerstgebak
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerstgebak (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kerst·ge·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstgebak | |
verkleinwoord | kerstgebakje | kerstgebakjes |
Zelfstandig naamwoord
het kerstgebak o
- (kerst) (voeding) typisch gebak dat tijdens de kerstdagen gegeten wordt
- Als dessert werd tijdens het kerstdiner kerstgebak gegeten.