Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·feest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstfeest kerstfeesten
verkleinwoord kerstfeestje kerstfeestjes

Zelfstandig naamwoord

het kerstfeesto

  1. (religie) (feest) (kerst) een belangrijk christelijk feest in het kerkelijk jaar waarin de geboorte van Jezus-Christus gevierd wordt
    • Het woord kerstmis wordt van oorsprong in katholieke kringen gebruikt, terwijl kerstfeest in protestantse kringen gebruikelijker was. 
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be