Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kerst·avond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kerstavond kerstavonden
verkleinwoord kerstavondje kerstavondjes

Zelfstandig naamwoord

de kerstavondm

  1. (kerst) de avond voor kerst op 24 december
    • Op kerstavond komen er vrienden bij ons eten. 
     Het is natuurlijk een zonde om op kerstavond te applaudisseren, gelukkig dat ik niet de moraal van mijn grootmoeder heb geërfd.[1]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691