Nederlands

 
1. Een kersenboom Prunus avium  .
Uitspraak
Woordafbreking
  • ker·sen·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kersenboom kersenbomen
verkleinwoord kersenboompje kersenboompjes

Zelfstandig naamwoord

de kersenboomm

  1. (bloemplanten) benaming voor bomen waaraan kleine ronde vruchten groeien, uit het ondergeslacht Prunus subg. Cerasus  
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen