Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kern·wa·pen·doel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kernwapendoel kernwapendoelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het kernwapendoelo

  1. wat men wil treffen met een atoombom
     Ten eerste, beargumenteerde ze rustig na beleefd geduldig te hebben geluisterd zonder hem te onderbreken, zou Zweeds kernwapenbezit betekenen dat de Russen ons zouden opwaarderen tot de absoluut eerste plaats op de lijst van kernwapendoelen in geval van oorlog.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645149