kerkheren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkheren (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəkˌherə(n) / (3 of 4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrk.hɪː.rə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrk.heː.rə(n)/
Woordafbreking
- kerk·he·ren
Zelfstandig naamwoord
de kerkheren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord kerkheer