kerkgebouwtjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerkgebouwtjes (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkɛrəkxəˌbɑucəs / (4 of 5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈkɛrk.χəˌbɑʊ̯.cəs/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈkɛrk.ɣəˌbɔʊ̯.tʲəs/
Woordafbreking
- kerk·ge·bouw·tjes
Zelfstandig naamwoord
de kerkgebouwtjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kerkgebouw