kerkgang
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kerk·gang
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kerk en gang [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerkgang | kerkgangen |
verkleinwoord | kerkgangetje | kerkgangetjes |
Zelfstandig naamwoord
de kerkgang m
- (religie) bezoek van de kerkdienst
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord kerkgang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.