kazakjes
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·zak·jes
Woordherkomst en -opbouw
- kazakje met uitgang -s
Zelfstandig naamwoord
de kazakjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kazak
- Wie… in de herberg zijn "nieuwjaarsavond" in Vlaanderen doorbrengt, wordt (maar hoe langer hoe minder) getrakteerd op ingelegde haring met "kazakjes", aardappelen in de schil gekookt, of diezelfde kazakken met hoofdvlees, "hoofdvakken". [1]
Gangbaarheid
- Het woord 'kazakjes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Buysse, E."Kerst aan de Damse Vaart" in: Provinciale Zeeuwse Courant jrg. 211 nr. 303 (24 december 1968); p. 17 kol. 2; geraadpleegd 2019-01-05