Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·toen·tje

Zelfstandig naamwoord

het katoentjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord katoen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be