katheteriseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ka·the·te·ri·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
katheteriseren |
katheteriseerde
- enkelvoud verleden tijd van katheteriseren
- Ik katheteriseerde.
- Jij katheteriseerde.
- Hij, zij, het katheteriseerde.
- Ik katheteriseerde.