kaster
Deens
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·ter
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
kaster
- tegenwoordige tijd van kaste
Zelfstandig naamwoord
kaster, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van kaste
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kaster | kasteren | kastere | kasterne |
genitief | kasters | kasterens | kasteres | kasternes |
Zelfstandig naamwoord
kaster g
Hyperoniemen
Verwijzingen
- kaster in: Det Danske Sprog- og LitteraturselskabDen Dankse Ordbog op website:ordnet.dk
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- kas·ter
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 1029 |
---|
Werkwoord
kaster
- tegenwoordige tijd van kaste
Zelfstandig naamwoord
kaster, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van kaste
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | kaster | kasteren | kastere | kasterne |
genitief | kasters | kasterens | kasteres | kasternes |
Zelfstandig naamwoord
kaster m
Synoniemen
Hyperoniemen
- [1-2]: idrettsutøver
- [1-2]: sportsmann
Afgeleide begrippen
- [1-2]: knivkaster
- [3]: bombekaster
- [3]: flammekaster
- [3]: lyskaster
Nynorsk
Woordafbreking
- kas·ter
Zelfstandig naamwoord
kaster, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van kaste